Henk en Geja zijn nuchtere Groningers en geen praters. Toch vertellen ze hun verhaal. Omdat ze zich niet meer willen schamen. Omdat ze de waarheid aan het licht willen brengen. En om anderen hiermee te helpen. Dat ze sámen hun verhaal vertellen, is bijzonder: Henk was jarenlang seksverslaafd. Na 28 jaar huwelijk stelt Geja hem voor een duidelijke keuze: “Je moet hulp zoeken, of anders is het klaar tussen ons.”
“Op de LTS kwam ik op mijn dertiende met seksboekjes in aanraking”, vertelt Henk. “Al mijn schoolvrienden deden dat, het leek normaal. Thuis kreeg ik geen zelfvertrouwen mee. Ik kom uit een gezin van zes, mijn broers leken het altijd beter te doen dan ik. Ik kon op school ook niet goed leren. Masturberen gaf me wél een goed gevoel. Dus deed ik dat elke dag.” Op zijn twintigste krijgt Henk verkering met Geja. Ze trouwen jong. Henk kijkt regelmatig stiekem pornofilms en belt sekslijnen. “Als internationaal vrachtwagenchauffeur was ik doordeweeks van huis. Zo kon ik mijn verslaving lang verborgen houden. Ik vergoelijkte het. Dacht dat seks een dagelijkse levensbehoefte voor me was, zoals eten en drinken. Ergens wist ik dat het niet goed was. Maar dat ik een seksverslaving kon hebben, kwam niet in me op.”
Telefoonrekening
“Ik wist niet eens dat seksverslaving bestond”, beaamt Geja. Wanneer ze per ongeluk een peperdure telefoonrekening onder ogen krijgt voor het bellen naar sekslijnen, kan ze het haast niet geloven. “Ik dacht meteen: dit is geen klein probleem, er zit iets niet goed bij Henk.” Henk belooft beterschap en een tijdje gaat het goed. Geja zegt: “Ik drukte het onderwerp naar de achtergrond. Vond dat we verder móesten vanwege onze vijf kinderen. Door er niet over te praten, probeerde ik het thuis gezellig te houden.” Maar de verslaving houdt Henk in zijn greep. Als de oudste zoon van Henk en Geja op 16-jarige leeftijd plotseling overlijdt aan een hartstilstand, gaat het van kwaad tot erger. Henk: “Toen heb ik ook prostituees bezocht.”
Pijn
“Ik had een dikke muur om me heen gebouwd en leefde constant met de angst: dit mag niet uitkomen”, zegt Henk. “Hierdoor kreeg ik erge pijn in mijn lichaam. Ik kon mijn eigen veters niet eens meer strikken. Ik heb bloedonderzoeken gehad, maar de huisarts kon geen fysieke oorzaak vinden. Eigenlijk wist ik drommels goed waar het van kwam.” Wanneer Geja opnieuw geconfronteerd wordt met een telefoonrekening barst de bom: “Ik heb hem een test over seksverslaving op de computer laten doen. Henk: “Ik scoorde honderd procent.”
Concurrentie
Die avond biecht Henk alles op, ook het prostitueebezoek. Nu gaat ze weg, denkt hij, maar Geja reageert nuchter. “Natuurlijk vond ik het moeilijk. Ik ben naar een vriendin gegaan om na te denken. Al vrij snel besefte ik dat de verslaving meer met Henk te maken heeft dan met mij. Gek genoeg zag ik het niet als concurrentie. Ik dacht: Henk heeft een veel groter probleem dan zijn verslaving.” Nu de kinderen volwassen zijn, durft Geja een duidelijke grens te stellen: “Als je geen hulp zoekt, is het klaar tussen ons. Dit kun je niet alleen.”
“Als je geen hulp zoekt, is het klaar tussen ons. Dit kun je niet alleen.”
Voorganger
Henk maakt een afspraak met hun voorganger (predikant): “Ik vertrouwde hem genoeg om het verhaal te doen. Hij had in de kerk al eerder met verslaving te maken gehad. Dus hij zei: je moet naar Terwille. De week daarna had ik het intakegesprek.” Henk komt in de mannen-behandelgroep terecht, voor mannen te maken hebben met porno- of seksverslaving.
Vechtlust
“In het begin vond ik het vreselijk, ik praat niet zo makkelijk met andere mannen.” Maar al snel voelt Henk een band. “We zaten in hetzelfde schuitje.” De groep helpt hem om dingen onder ogen te zien. Toch valt hij in de eerste maanden terug. Het wakkert zijn vechtlust verder aan: “Wees nou eens een echte kerel, dacht ik. Ik heb de knop omgezet, de wil om te veranderen kwam nu van binnenuit.” Ook de lichamelijke pijn waar Henk jarenlang last van had, is verdwenen.
Vriendin
In de groep werkt Henk ook aan zijn zelfvertrouwen: “Ik ben uit mijn schulp gekropen. Soms heb ik nog wel last van mezelf, hoor. Hoe kon ik zo stom zijn! Maar ik wil me niet meer schuldig voelen. God heeft mij vergeven, Geja heeft mij vergeven en ik heb aan mezelf gewerkt.” Nu gaat het al een tijd goed. Henk: “Ik ben twintig keer naar de mannengroep geweest. Op dit moment is dat genoeg. Ik denk vaak terug aan wat ik in de groep geleerd heb. En ik praat nu veel meer met Geja. Ze is niet meer alleen mijn vrouw, maar ook echt mijn vriendin geworden.”