“De straat maakt je verslaafd,” zegt Samuël (27). “Mensen hebben een eigen plek nodig. Hoe korter iemand op straat blijft, hoe beter.” Samuël spreekt uit ervaring. Hij was maandenlang dakloos en “zwierf doelloos rond”, zoals hij zelf zegt. Nu heeft hij weer een huis. “Dit is veel beter dan op straat.”
Samuël heeft echt iets gemaakt van zijn woon-slaapkamer. Eén wand is bekleed met fotobehang van een tropisch strand, zijn spullen zijn netjes opgeruimd en voor het raam heeft hij een creatieve hoek gemaakt. Vaak zit hij achter zijn bureau om muziek te luisteren en te schrijven. Hij speelt gitaar en schrijft ook zelf nummers. “Nederlandstalig, in de stijl van Frank Boeijen, daar hou ik van. Ik schrijf veel over de liefde, en over hoop.” Voor Straatkrant De Riepe schreef hij een vers over de eenzaamheid op straat: Vanuit de hemel, naar de hel / Vanuit huis, zomaar op straat / Je voelt je gevangen als in een cel / Niemand die vraagt hoe het met je gaat
Ronddwalen
Voordat Samuël in aanraking komt met Terwille leidt hij al jaren een zwervend bestaan. Eerst samen met zijn vriendin. “We hadden soms werk en soms een plek om te wonen, maar ook heel vaak niet.” Als de relatie uitgaat, belandt Samuël helemaal op straat. “Ik dwaalde rond zonder doel.” Slapen doet hij in de nachtopvang en overdag verveelt hij zich: “Ik ben wel eens uit nood naar de kringloop gegaan en heb daar een halve dag boeken gelezen.” Maar al snel ontmoet Samuël andere daklozen. “Die hebben mij rondgeleid, zodat ik wist waar ik overdag gratis binnen kon zitten en een broodje en een kop koffie kon krijgen.”
Grofvuil
“Als je op straat wilt overleven, moet je een groep mensen om je heen verzamelen die je vertrouwt,” zegt Samuël. “Vaak is het ook heel gezellig. Je bent toch met lotgenoten om je heen.” In die tijd verdient hij hier en daar wel eens een centje bij. Bijvoorbeeld door Engelse toeristen rond te leiden en te ‘bemiddelen’ als ze op zoek zijn naar drugs. Maar het leven op straat valt hem vooral erg zwaar. “Je wordt behandeld als grofvuil,” vertelt Samuël. “Je moet steeds op je hoede zijn. Ik kwam in een cirkel terecht waar ik zelf niet uitkwam, elke dag leek hetzelfde. Ik kon niet meer vooruitdenken. Iedereen op straat heeft zijn eigen verdriet. En iedereen verdooft dat op zijn eigen manier. Voor mij was dat alcohol.” Samuël schrijft over die tijd het volgende vers:
Ben op zoek naar een schuilplaats
Om te schuilen voor de storm
Ik ben onderweg naar `n warm bed
Want mijn benen zijn moe
Heb zoveel leed gedragen
Voel mijn rugzak vol lood
Ik ben al mijn hoop verloren
Ik leef, ja ik leef maar voel me dood
Beter weten
“Overdag kwam ik veel in de Kostersgang”, vertelt Samuël. “Daar kwamen ook regelmatig hulpverleners van Terwille en andere instanties.” Eigenlijk moet hij niet zoveel van hulpverleners hebben: “Ze proberen het altijd beter te weten. Daar kan ik echt niet tegen.” Maar dan wordt hem gevraagd om mee te denken met een nieuw project: Mien Aigen Hoes. In het kort: een huis voor mensen van de straat, met als enige voorwaarden geen overlast veroorzaken en de hulpverlening niet buiten de deur houden. Samuël besluit mee te doen: “Alle vooruitgang was welkom.” Hij wordt ‘meedenker’ in dit project, samen met een aantal andere daklozen. “Er werd met ons gepraat als mens, we werden serieus genomen. Dat vind ik erg belangrijk, want we hebben goede ideeën. We weten uit ervaring wat iemand van de straat nodig heeft: een eigen plek en serieus genomen worden. Ik heb zelf ook echt wel een beetje fatsoen hoor!”
Veel geklust
Wanneer er woonruimte beschikbaar komt voor zes personen, kan Samuël een van de bewoners worden. “We hebben veel geklust. En het mooie vond ik dat tijdens de verbouwing de mensen van de instanties gewoon langskwamen om te helpen. Ook de directeur van Terwille en de manager van LIMOR. Die klusten gewoon mee en praatten met ons als mens. Ze luisterden en deden niet alsof ze het beter wisten. We creëerden echt iets met elkaar.”
Stadsgids
Samuël is blij met het dak boven zijn hoofd. Hij heeft nu de rust om te schrijven, werkt in een dagbestedingsproject van Werkpro en is ook begonnen als stadsgids. Hij geeft rondleidingen door de stad en laat daarbij de stad zien door de ogen van een dakloze. “Het is wel een overwinning voor me om wildvreemde mensen rond te leiden,” lacht hij. “Ik ben eigenlijk maar een verlegen jongen.” Binnenkort krijgt Samuël de sleutel van zijn eigen appartement. “Ik zal de gezelligheid van het samenwonen wel missen”, denkt hij, “maar het is ook wel lekker om helemaal een eigen plek te hebben.” Samuël blijft nog wel begeleiding van Terwille houden. “Dat is ook prettig. Anders zou ik niet weten waar ik moest beginnen. Mijn begeleidster zet dingen op een rijtje, zodat ik niet weer in die doelloze cirkel terecht kom. En als ik duidelijk weet wat ik moet doen, dan doe ik het wel.”
Geluk
Samuël maakt weer toekomstplannen: “Graag zou ik een erkende schrijver worden en optreden met singer-songwriters. En daarnaast een leuke baan in de techniek.” Maar ook nu voelt hij zich al gelukkig: “Natuurlijk zou het leuk zijn om me nooit meer zorgen te hoeven maken om geld. Om op vakantie te kunnen, op een terrasje te kunnen zitten. Maar dat is voor mij geen voorwaarde meer voor geluk. Ik ben blij met wat ik nu heb.”